Man in boomGisteren maakten we ‘De wandeling naar de Holle Boom’, waarbij ik tevens als notulist optrad t.b.v. een flyer voor campinggasten. We liepen naar een bos tussen Arrènes en Les Rorgues waar een indrukwekkende, eeuwenoude eik staat. Vergeleken met Nederland kent Frankrijk weinig oude bomen, zestig jaar is er al bijzonder. Deze is naar men zegt vierhonderd jaar, maar vreemd genoeg wordt hij slechts door een schamel bordje aangegeven. De eik is niet zo hoog, maar erg breed. Doordat een enorme zijtak ooit is afgebroken gaapt een mansgroot gat in de stam waar je eenvoudig in klimt. Als in een sprookje komt men in een soort grot waarin drie volwassenen goed zouden kunnen slapen…
’s Middags is het opeens drukkend warm. Ik zet de onderkant van een veranda in de groene verf, onderbroken door een uurtje zwoegen en vloeken bij het terugplaatsen van de ‘maai-bak’ van een kleine tractor/grasmachine, waarvoor R. een nieuwe rubberen snaar had gekocht.
’s Avonds zijn we bekaf. Ik beleef een vreemde nacht, omdat ik al rond negen uur gekleed en met de elektrische kachel aan op mijn bed in slaap val. Ontwaak twee uur later, ontkleed me en stap nu in bed, maar zet per ongeluk kachel op ‘hoog’ in plaats van uit. Ontwaak midden in de nacht uur, versuft. Daarna volgt gelukkig een beloning, een Bijzondere Droom:
‘Natuurgroep Ankeveense Plassen’ verwelkomt een nieuwe vrijwilliger, een vrouw nog wel: koningin Beatrix. Zij is in burger. Als ik haar begroet, steek ze minzaam een hand náár en een hoofd boven mij uit. Ze praat, maar komt naturel over, beetje deftig. Opeens vaart onze sloep zónder mij weg. Geagiteerd maak ik een reuzensprong, merk dat ik het net niet ga halen en besluit in de lucht zwevend – als in een tekenfilm terug te keren naar de walkant. De boot keert en pikt mij en een andere vergeten medewerker alsnog op. Meest bijzonder detail: Beatrix gaat bijna geheel verscholen in een soort menshoge harnas of kap, dat of die een dubbel doel lijkt te dienen: incognito blijven én beschermd tegen de elementen.

R. trakteert op een uitje naar het nabije dorpje Ransonnet, waar de eerdergenoemde Engelsen E. en zijn vrouw S. wonen. Ik krijg de indruk dat we de pensionados nogal overvallen - behalve R.’s vriendin gaan ook hond Bo en de puppy-op-zicht mee, maar E. maakt zich bij binnenkomst vooral druk waar zijn fles gin staat. Hij heeft de ziekte van Crohn in een vergevorderd stadium en ik vermoed dat de man liever nog een jaar of vijf plezierig mét-drank leeft dan de komende twintig jaar op een streng ‘Crohn-dieet’. Hij is op en top Britse ironie, zij maakt echt contact. Mijn eerste bier krijg ik zittend in de donkere huiskamer waar een schemerlamp brandt en een zoele wind door het geopende raam waait. Daarna drinken we buiten op het terras in de felle zon verder.
Ik voel mij direct op m’n gemak in het smaakvol ingerichte oude huis, waar ze sinds 2000 wonen. Ouderdom en E.’s ziekte zijn reden voor het echtpaar om het Franse staatsburgerschap trachten te verwerven: de medische zorg in Frankrijk staat als uitmuntend bekend en geldt óók voor bewoners die uit een ander EG-land komen. Dan moet Engeland echter niet uit de EG stappen, zoals een referendum binnenkort moet uitwijzen…
Dat wordt voor de wat verlegen S. nog een klus: behalve een pittige taaltest zijn talrijke certificaten vereist. Haar eigen geboortecertificaat zal geen probleem geven – zij werd zes dagen voor de bevrijding in 1945, op de dag dat Hitler zelfmoord pleegde, geboren), wel dat van haar rond 1850 ergens in Ierland geboren grootmoeder.
De volgende ochtend ben ik ook nog uren na ontwaken duf en ‘raar’.’s Middags kom ik echter terug op m’n besluit vrij te nemen, c.q. mij ziek te melden, want er wacht een aardige klus die voor de verandering in groepsverband wordt verricht. Met hulp van de Schot Ian verplaatsen we een onder gemene bramen en bladertroep half schuilgaande rij natuurstenen om er dichterbij de perceelgrens een mooie miniatuur Hadrian’s Wall mee op te richten. Qua gewicht variëren de stenen van één tot wel zeventig kilo, de meeste zo’n vijf à tien kilo. R.’s poging om met de in tropische landen gebruikelijke slash and burn-methode de bramen te verdelgen haalt weinig uit, maar ach: fikkie stoken is altijd leuk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten