Zowat oudste katholieke kerk van Chili, uit 1640, vier jaar na de inval van de Spanjolen. Staat in Chiu-Chiu.
Ha, even wat eruit rammen: belevenissen, ergernissen, gémissen... Even, want vannacht vier uur geslapen om vervolgens om zeven uur te gaan ontbijten in een deprimerende ontbijtzaal van een zeg maar executive hotel in Antofagasta.
Hoe eerder weg hoe beter uit die buurt en dat gebouw, terwijl ik mij na twee nachten in een mijnwerkerspension in Chiu-Chiu (oostelijk van Calama) en een tocht door naar het schijnt de droogste woestijn op aarde
Een bewerking van ".... Arturo Ui" van Bertold Brecht. Fantastisch spel, licht en muziek met zeer professionele acteurs van de plaatselijke universiteit en gastspeler uit Cuba. Hoewel naar schatting tweederde van de dialoog mij ontging, verveelde ik mij geen minuut!
Na elf dagen woestijn snakte ik naar wat cultuur, had net die middag m´n Chileense vriend Edmundo mijn gemis per e-mail kenbaar gemaakt en... mijn bede direct verhoord!
Was nogal hyper gisteren door de overgang van Niks naar Alles, van twee dorpswinkeltje met niet veel meer dan boter, kaas en toiletpapier naar een enorme mall zo groot als Hoog Catharijne in het centrum van Antofagasta pal aan de Stille Oceaan. Met behalve tig mode- en elektrazaken een autodealer-met-showroom en... een Echte Boekwinkel en een Echte Bibliotheek! Wilde al een dvd en een boek kopen, maar wist mij te bedwingen. Morgen, zondag, zou de hele tent ook geopend zijn.
Tja, maar nu zit ik dus in Caldera, zeg 700 kilometer zuidelijker, ook aan de kust. Vissers- en mijn- en badplaatsje inéén. Na manmoedig het depri-hotel te hebben uitgecheckt zat ik al om half negen in de grote Terminal (what´s in a name) de Autobuses op de bus te wachten. Zeven en een half uur later werd ik bij Caldera afgezet. Was een uur eerder op mijn schreden teruggekeerd bij een eerder badplaatsje. Ging gelukkig op mijn gevoel af, paste 2000 pesos extra bij en bleef nog even in de bus zitten naast die aardige descargador (havenkraanmachinist) uit Huasco van wie twee broers net als Edmundo vanwege Pinochet naar Europa hadden moeten vluchten.
Slaap vannacht in verveloze cabaña in wat de reisgids als een charme hotel beschreef, alles van hout en veel bloemen en sommige kamers uitzicht op zee. Ruim is de kamer wel, maar de ijskast zoemt hard (stekker eruit getrokken), de douchekop zit ter hoogte van mijn adamsappel en ik kijk uit op bouwmateriaal en de glimmende zwarte 4W-bak van de twee wat barse eigenaressen. Ik laat mij niet, zoals in mijn vorige blog, verleiden tot een gok wat betreft hun seksuele voorkeur. Kenne zusters weze.
Een hele troost én geluk is Bill uit Schotland. Ook net hier beland. Erg sympathieke en wat eigenaardige slissende Engelsman die nu in Edinburgh woont. Heeft vrienden in Haarlem en Montevideo. Klikte meteen en daar was ik, net als wat cultuur, echt aan toe! Morgen gaan we proberen* een fiets te huren en naar een strandje te fietsen. Lijkt* simpel, maar de helft van alle horeca en faciliteiten is dicht. Einde seizoen. Melancholie. De vissers brengen morgen vast meer leven in de brouwerij, want de -zondagmiddagblues is onmiskenbaar. Veel rondhangende tieners. Over `hangen` gesproken, ik ga hangen.
Maar niet na de CliffHanger genoemd te hebben: honderden meters galopperen in de woestijn. Tjee, wat ben ik trots!!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten