donderdag 26 juli 2012

EXERCITIE



Geen dag hetzelfde in de natuur, maar vandaag – 17 juli – is extra speciaal: het broedseizoen is voorbij! Als een meute losgelaten jachthonden springen tien middelbare heren van de platte schuit die stuurman H. deskundig vanaf – je verzint het niet - een ijsclub naar een palingrokerij heeft gestuurd. Eerst waren ze nog kalm tussen waterlelies en visfuiken doorgevaren, dan door onder twee bruggetjes zó laag dat de hele compagnie moest wegduiken alsof zij door de vijand werd beschoten. Op de tweede brug dook een grote waakhond op, die direct als onschadelijk werd geclassificeerd.


Achter het Bergsche Pad doemen de doden- (pardon: leg)akkers op waar vandaag spaanders gaan vallen, zoveel valt wel aan de gretige blikken in de ogen van de infanteristen af te lezen. Als betrof het de landing op de kust van Normandië in 1944 schuift de stuurman het metalen landingsvaartuig met aanzienlijke vaart het riet in bij de eerste beste wallekant. Een verkenner springt onverschrokken met lijn aan wal op zoek naar een geschikt object om de platbodem met een dubbele paalsteek vast te leggen. Nadat hij de boot deskundig heeft gezekerd, kijkt hij vastberaden om naar zijn strijdmakkers.

Die zijn net begonnen hun thermosflessen met koffie open te draaien.

Een kwartier later vallen de eerste slachtoffers. Links een es, rechts een wilg en dáár nog wat zielige berkjes. Her en der klappen bomen neer, als was een Reuze Mikado begonnen. Sergeant T. ziet er echter nauwgezet op toe dat men de “krijgsgevangenen” volgens de Conventies van Genève behandelt: eerst worden ze van ledematen – lees: zijtakken – ontdaan, waarna de romp netjes in het gelid op een takkenril wordt gelegd. En zo door.
Halverwege de ochtend verschijnt wachtcommandant N. op het toneel. Hij wijst een vrijwilliger aan voor een special mission. Voor ik het weet, snel ik in een donkerblauwe terreinwagen naar een watersportzaak in Loosdrecht waar een nieuwe 8 PK buitenboordmotor wacht. Om eventuele achtervolgers te ontlopen stappen we, terug in Ankeveen, snel over in een kleine vlet. Behoedzaam varen we onder de radar terug naar onze compagnie, maar een obstakel doemt op: de Dammerkade. Pas nu krijg ik de langverwachte order van de commandant: de vlet over het dijklichaam helpen trekken! Oefff, met verenigde krachten gaat het.
Ik merk op dat N. nu sneller gaat varen. Zijn er kapers op de kust? Terug op kamp begrijp ik zijn haast. Onze makkers zitten al aan de lunch, hun thermoskannen verruild voor broodtrommels. Op het slagveld achter hen zijn manshoge takkenrillen verrezen waardoor de tussengelegen gangen op loopgraven lijken.
U ziet, de natuur temmen is een wekelijkse strijd.




woensdag 11 juli 2012

Patti & Bert & Ernie in Noord-Frankrijk



Bert en Ernie bezoeken het dorpje Harcigny (250 inw.) in de Thiérache, niet ver van de provinciestad Charleville in het noorden van Frankrijk. Francois uit Amsterdam heeft er drie jaar geleden een groot huis met een stukje land gekocht aan de rand van het dorp. Hij organiseert jaarlijks een tiental cursussen in een wat hij noemt "inspiratie-werkplaats". Ernie en zijn makker kwamen een paar dagen helpen klussen, maar gelukkig vond Ernie ook tijd en gelegenheid om een prachtig boek te lezen, Just Kids. Patti Smith beschrijft hierin nauwgezet hoe zij eind 60-er jaren als ontluikende dichteres en zangeres tot de kringen van later beroemde kunstenaars als Andy Warhol, Lou Reed, Sam Shepard en de fotograaf Robert Mapplethorpe toetreedt. Tot zijn verrassing leest Ernie ook hoe de jonge Patti in de herfst van 1973 in haar eentje op pelgrimage gaat naar de Noordfranse stad.... Charleville. Zij moest en zou de stad bezoeken waar haar idool en muze, de dichter Arthur Rimbaud, geboren en begraven is.


Om eerlijk te zijn was Ernie een paar dagen ziek, omdat hij net een kuur bestaande uit een serie cranio-sacraal sessies was begonnen. Nou, die misten hun uitwerking bepaald niet - harde heelmeesters, harde wonden - waardoor Ernie van 'zwaarte' nauwelijks een bladzijde kon omslaan en de aangezichtspijn als een loden muilkorf op zijn kaken drukte. "Au, au", mompelde hij in zijn bedje.
Maar pijn en moeheid zetten de zaken soms prettig op scherp: als Ernie, nauwelijks uit de auto gekropen naar een vijf uur durende reis rücksichtslos wordt aangeklampt door een eerder uit Nederland gearriveerde vrouw met een lang verhaal over iets onbenulligs, kapt hij haar woordenvloed abrupt af. Opzouten!

Bert en Ernie's heenreis verliep prima. Rustige snelwegen (het buitengewoon vele vrachtwagen-verkeer door België van en naar de wereldhavens Rotterdam en Antwerpen ligt op zondag stil), droog weer en vlak na de Franse grens in Bettignies het propere en goedkope restaurant Le Méditerranéé waar ze de noodzakelijke rusttijd voor de chauffeur combineerden met een voortreffelijke couscous met tajine.


Bert en Ernie sliepen in een van de zes eenpersoons bedden op een kleine slaapzaal met van die lage, kromme balken waar je makkelijk je hoofd tegen stoot. De Thiérache is een heerlijke stille streek zonder industrie of snelwegen, dus als er dan tòch rumoer is, wil je wel eens schrikken van een passerende tractor of... jonge vogeltjes. Eenmaal uit het nest benutten deze namelijk de smalle "kruipruimte" tussen de dakpannen en schuine plafondplaten van de slaapzaal als glijbaan. Ernie hoorde boven zijn bedje het gekras van hun nageltjes waarmee ze tijdens het omlaag roetsjen afremden.
Een ander nachtelijk geluid klonk minder smakelijk, alsof een grote hond met z'n tong luidruchtig z'n anus zat schoon te likken. Bert sliep als een os, dus hield Ernie het erop dat een van de schapen in het weitje vlak naast het huis het rare slobbergeluid voortbracht. Vreemd toeval trouwens: zes bedden binnen, zes schapen buiten. Zou Francois ze 's winters binnenlaten?

De witte scheerwol-leveranciers zouden nog voor meer reuring zorgen. Omdat iemand het hekje liet openstaan wisten ze tot driemaal toe te ontsnappen, waarop ze driftig de moestuin van Francois' buurman te grazen namen. Één schaap sprong door een opening een meter omlaag de studio in die het drietal deze week van een nieuwe vloer wilden voorzien. Als een kat in een boom durfde zij niet meer terug en begon - hoe voorspelbaar - direct op de betonnen vloer te plassen en te keutelen. Zou Ernie ook doen: het tapijt-met-grappig-koeienhuid-dessin was namelijk net uit het vertrek verwijderd, waardoor deze opeens een moderne stal leek.

Tenslotte was er de nacht waarin de viervoeters het leuk leek eens hardhandig tegen de op hun weitje staande caravan te "biggen". So what zult u zeggen, zo niet Bert die de knusse slaapzaal net had verruild voor deze sleurhut. Tot vijfmaal moesten Francois en Ernie horen hoe hij, bruusk uit zijn REM-slaap gehaald, om een uur of twee wakker was geschrokken van wat hem een zware aardbeving toescheen. Misschien schaamde Bert zich een beetje omdat het al half twaalf in de ochtend was toen er op zijn caravandeurtje werd geklopt. Het was zijn makker die zich bezorgd afvroeg of Bert nog wel leefde en even vergeten was dat Bert voor zijn werk nachtdiensten draait, dus een ander slaapritme heeft.

Het zou twee dagen droog en zelfs erg warm worden, gunstig weer dus om een tiental vloerplaten onder handen te nemen. Bert en Ernie sleepten de houten platen van anderhalf bij drie meter de 'studio' uit om ze op het terras met een roller tot driemaal toe (zes uur droogtijd) te lakken. Maar eerst moesten ze opgeschuurd worden met een door Francois zelf geconstrueerde "schuurtegel". Ernie zwiepte en zwierde het geval met de brede gebaren van een jofele glazenwasser over de platen, terwijl de arme Bert het met een klein schuurblokje moest doen. Mopperend constateerde hij het soort krassen dat je een kunstschaatster bij een pirouette in het ijs ziet maken. Dus liet hij het schuurwerk verder wijselijk aan Ernie over en ging eens lekker in een plastic tuinstoel zitten. Het was tenslotte óók vakantie!

vrijdag 4 mei 2012

STRANGER THAN PARADISE....

.... een mooie filmtitel van Jim Jarmusch destijds in de eighties. You kan als intercontinentaal reizende toerist of toeristische reiziger in oorden terecht komen die ik in Europa nooit zou bedenken. Bij terugkeer in het "vakantiedorp" Olmue, waar sinds kort mijn kennissen Edmundo en Choni wonen, bleek zowel voor reismaat Bill als mij de geluidsoverlast te groot en betrokken we een wat luxer "hotel", meer een resort met cabañas, zwembaden, conferentieoord en bol, nee: hol, staande pingpongtafels.
Deze pittige dag vermocht echter niet garanderen dat Bill geen last van een ook in dit ogenschijnlijk vredige resort aanwezige blafhond zou hebben. Ik sliep zelf als een blok in en dòòr ditmaal... Was hard nodig ook, want 1 mei brachten we in de, zelfs ik heb er nog niet de goede woorden voor, in velerlei opzicht FANTASTISCHE stad Valparaiso door. Werd dus in dit opzicht een onvergetelijke verjaardag, mede dankzij het feit dat èn de zon volop scheen èn de stad de zeer ongebruikelijke rust zelve was, omdat op 1 mei echt àlles behalve wat restaurants en cafè`s gesloten is.
Dat was de avond tevoren, aankomend met 7 uur durende busreis uit La Serena, hèèl anders. Contrast kon niet groter misschien! Middenin spitsuur wurmden Bill, ik en twee rugzakken zich in een kleinere-maat-bus. Op de achterste bank zaten drie gitaristen luidkeels te zingen, te gitaren en hun bedoeling te verbaliseren. Om de 50 meter stopte de bus bij een halte waar zich behalve passagiers telkens luidkeels hun waren (zwarte olijven, koekjes, fruit, blikjes...) aanprijzende ambulante verkopers aanprezen. In de bus uiteraard versterkte muziek uit de boxjes. OVERAL zag ik ruimtes propvol mensen, de straten, de andere bussen, de winkels, de cafè`s.... En wij intussen proberen de antwoorden te verstaan op onze vraag WAAR we eruit moesten! Iedereen even geduldig als vriendelijk als onaangedaan door deze kakafonische heksenketel. Chilenen: cool, man! Voor nu vast wat foto´s, ik beloof - dan niet via het blog, dan wie andere publicatie, verder op Valparaiso in te gaan. Het gane mij goed, ik wens het you ook. Mijn privèzwembad roept! Ja, op de cactusfoto zie ik er belachelijk kortbenig uit, maar op die de haven met zangboekje Weespertrekvaartmannenkoor dus NIET.

zondag 29 april 2012

EINDE ZOMERTIJD

Warm water komt vaak rechts uit de kraan, verkeer van rechts heeft geen voorrang, goede koffie is bijna nergens te krijgen en... de zomertijd is opeens voorbij! Vanavond stonden Bill en ik om half acht bij het Teatro Centenario, een imposant gebouw aan de hoofdplaza, voor een reeks korte films. Gesloten. Dachten we. Je weet het nooit in Chili. We bleken een uur te vroeg, de zomertijd liep vannacht op haar eind, dus klok een uur....turrug! Verschil met Nederland dus - denk denk - zes uur. Een halfkoude wrap met tonijn en een bakje halfwarme patat op de bovenste etage van een luxe warenhuis later troffen we twee studentes bij de kassa. Geen koffie, geen bier, geen versnapering. Luxe. Maar ook geen bezoekers, op ons na dan. De vraag naar een toilet leidde mij een trap op een aardeduister in. Aardige lui de Chilenen, maar dienstverlening...
Kort voor aanvang voegden zich een technicus, een regisseur en een bezoekster in de Grote, Lege, Klamme zaal. Toen ik de man van de techniek voor de grap vroeg of hij vooraf wat op de piano ging spelen - ik zag hem wat op het podium scharrelen - vatte hij dit als een serieuze vraag op. Nee, dat gebeurde wel bij mudo films. Stom genoeg dacht ik eerst dat hij speciale films voor doofstommen bedoelde, terwijl ik aan blinden dacht. Je weet maar nooit welke speciale doelgroepen in filmhuizen bediend worden, gay cinema en zo...
De erg aardige lichtman vertelde nog enthousiast dat het independiente films betrof, dus geheel zonder staatssubsidie, en stelde ons aan een net binnenkomende regisseur voor die mij zijn visitekaartje in de hand drukte. Een eer, maar na vier vreselijk amateuristische filmpjes hielden Bill en ik het voor gezien, 1500 pesos armer. Nou ja, arm.
"Arm" de Chilenen die veel van cinematografie houden. Woont daarom een derde van de bevolking in de hoofdstad? Mijn fantasie is eerder dat ze zich daar, tenzij uit absolute economische noodzaak, hebben verzameld - om moet ik zeggen teruggetrokken - uit angst voor die niet te bevatten pleinvreesverwekkende onmetelijkheid van het land, hun land, dat zich tweeduizend kilometer boven en tweeduizend kilometer "onder" hen uitstrekt. Land met het grootste aantal dode en levende vulkanen ter wereld, met talrijke lichte en soms zware aardbevingen en sinds enige tijd in alle kustplaatsen-van-de-4300-kilometer-kust van die leuke bordjes waarheen zich te begeven bij een tsunami. Nee, dan zie ik deze liever deze waarschuwingen. Niet Pas Op De Hond!, maar Baas, Pas Op Je Hond!.

vrijdag 27 april 2012

DIEREN

VRAAGPRIJS: Eén van onderstaande foto`s is niet van een dier en één dier is niet van vlees en bloed, maar hout. Het laatste geval wil ik wel verklappen, al was het maar om de zoektocht die er aan voorafging. De reisgids meldt dat in het badplaatsje Caldera een hommage aan zekere Fransman met een onafscheidelijk wollen mutsje staat. De man hield zich meer onder of op het water dan aan land, eh, op. De verwarring begon met het woord ´standbeeld´ waardoor ik op zoek ging naar een beeltenis van deze man. Navraag in het dorp bracht mij bij de architect van het plaatselijke treinstation uit de 19e. eeuw, bij een staatsman en bij een (levende) beambte die ferm ontkende dat bedoelde Fransman hier is vereeuwigd en een omstandig verhaal over een oorlog begon... Later op de dag werd duidelijk dat ik naar een delphin moest zoeken, niet een persoon. Terugkerend van een fietstocht met een gehuurde tweewieler - model Amerikaanse boodschappenfiets en ga ik niet uitleggen - over wat een van de mooiste stranden van Chili heet te zijn, Bahia Inglesa, vonden Bill en ik eindelijk de hommage aan de Fransoos. De bedoeling is nu via een paar omwegen zijn naam te noemen, zo you die niet al raadt. Ik schreef al eerder, onder de titel ´FISH WITH BILL´, over een stokoud kerkje waar God ooit een enorme pot witte verf over gooide. Maar ik kreeg op weg erheen vanuit het lelijke Calama te maken met taxichauffeurs die mij een poot uit te draaien (de colectivo terug bleek later 2000 pesos te kosten), maar het lukte mij bij een fijne opportunist af te dingen van 40 via 15. tot 17.000 pesos - € 28,- voor een privérit van 28 km... De man zei half tegen zichzelf er een leuk toeristisch ritje van te maken, wat behalve een hoop geklets over voetbal de vingerwijziging richting een hondenbegraafplaats inhield! Ik zag in de gauwigheid een dun wit kruis nauwelijks afgetekend tegen de helle witgele woestijn. Inderdaad, in de middle of nowhere, 10 km. vóór Chiu-Chiu langs de weg. Afijn, een paar uur later bewonder ik genoemd spierwit kerkje uit 1540, vier jaar na de inval van conquistador Valdivia en consorten. Mijn slome high noon stemming slaat snel om als ik contact kom met vier kinderen die mij vragen bestormen als ze doorhebben dat ik buitenlander ben. Ik sta dan net in het no flash deel bij een kapel waar ik Franciscus van Assisi vermoed, afgaand op de schattige hondenknuffels die aan de voeten van het beeld - of moet ik ´pop´ zeggen? - staan. "Nee, het is San Rocce", vertelt de erg vriendelijke guarda mij (Assisi staat verderop in de kerk). Dagelijks neemt zij haar plek in op een stenen bank met mooie lamadekens erop tegenover de ingang en informeert wie maar wil. Een vrije geest, merk ik al snel, in tegenstelling tot de wat fanatieke (bij)gelovige Peruaan die als de kinderen weg zijn het woord tot mij richt. Zijn verhaal dat UFO´s bestaan, wil ik als agnost nog wel voor lief nemen, maar dan begint hij een verhaal over een onderaardse verbinding tussen de nabij, perfect ronde, lagune Inca Coya en de Stille Oceaan, 150 km westwaarts... Sterker nog, de Fransoos-met-het-wollen-mutsje ontdekte behalve deze verbinding ook een onbekend dier/wezen in de lagune, een soort Monster van Loch Ness, een onderwater-UFO, ofwel een Unidentified Floating Object.
Voor ik nu echt die naam van die ´muts´ ga noemen, een ander relaas dat de guarda van de kerk mij meegaf, die ook duidelijk onderscheid maakte tussen mythe en waargebeurd. Eerst het laatste: een paar jaar geleden verdronk een pas in de regio wonende jonge vrouw die ik een zaakje in ezelverhuur had in de lagune Inka Kolli. Haar kleding werd teruggevonden, haar lichaam niet. Men hield het op suicide. Mythe 1 is eeuwenoud en verhaalt van een meisje dat, verliefd op, bezwangerd maar verlaten door een Inca, zich mét baby in de lagune wierp. Niet nadat haar talloze tranen uberhaupt een lagune hadden doen ontstaan... Mythe 2, om wat vrolijker te eindingen, is die van genoemde dierenbeschermer San Rocce. Werkzaam in een leprozenkolonie raakte hij zelf besmet, maar wat genas hem? Een hond die hem likte! Oh, vergeet ik bijna de naam: Jacques Cousteau.

B.L.O.G. : Blijft Laserena Ons Goedgezind?

Oh. Als ik "reeds" om kwart voor tien vanochtend achter "mijn" scherm in Hostal Jofré kruip, overvalt mij lichte schrik omdat Blogspot-dot-com heeft zich opeens een nieuwe look aangemeten. Een interface... Op een reis waar ik niet zozeer leer geen verwachtingen te hebben, maar dat de meeste verwachtingen volgens de Wet van Chili anders, dan wel héél anders, uitpakken, blijkt ook het werkveld van mijn Knordier geen vast baken. Ik vermoed dat lezer you er niets van zal zien - dit verhaal speelt zich achter de schermen af. Maar als you maar weet dat ik mijn vertrouwde werkveld mis en aan de nieuwe look zal moeten wennen! Grootgrondbezitter Blogspot heeft boer Knordier een nieuwe akker toegewezen. Te klagen valt er niet, want Knor hoeft niets aan pacht te betalen: de service is gratis! Hij knort slechts wat in zichzelf... Een verblijf van twee maanden in een land, hoe mooi en speciaal ook, is natuurlijk niet elke dag leuk. Dat vergeet ik soms, hoewel minder vaak. Al voel ik mij wel eens aan Don Quichot verwant, ik ben hem niet. Ik beleef niet zoals hij elke dag - elk van de ik sla een slag 133 hoofdstukken - een avontuur. En toch zijn er de kleine avontuurtjes: het televisietoestelletje dat vanochtend opeens aansprong, mijn duistere kamertje in een vreemd licht zettend... M´n GSM die even later begint te ´trillen´ waarop ik wat onverstaanbaar gebrabbel hoor... Parttime reisgenoot Bill doet vandaag weer een excursión, naar de Elqui vallei waar ik een paar weken terug was. Hij trekt méér zijn eigen plan dan ik hoopte (niet: verwachtte), dus doe ik dat ook. Vandaag heb ik mij voorgenomen veel te bloggen, afgewisseld met een wandelingetje. Het is grijs weer, wat wennen is na vele weken met veelal dagen van onafgebroken felle zon van ´s ochtends negen tot ´s avonds zeven uur. Het zal voor sommigen onder you wat moeilijk voor te stellen zijn, maar in het gebied waar ik vandaan kom schijnt de zon jaarlijks 300 à 325 dagen onafgebroken. Vandaar bijvoorbeeld de grootste dichtheid van sterrenobservatoria ter wereld. Met heel veel Europees, Japans, Amerikaans geld... Zo is Atacamawoestijn één grote voyeur op de kosmos geworden. Weinig echt nieuws onder de zon... reeds de ouwe Maya´s, Tolteken, Inca´s en Litancay´s waren gefascineerd door de "oneindige" vergezichten die you hier door de klinkklare atmosfeer gegund zijn.

zondag 22 april 2012

FISH WITH BILL


Zowat oudste katholieke kerk van Chili, uit 1640, vier jaar na de inval van de Spanjolen. Staat in Chiu-Chiu.

Ha, even wat eruit rammen: belevenissen, ergernissen, gémissen... Even, want vannacht vier uur geslapen om vervolgens om zeven uur te gaan ontbijten in een deprimerende ontbijtzaal van een zeg maar executive hotel in Antofagasta.

Hoe eerder weg hoe beter uit die buurt en dat gebouw, terwijl ik mij na twee nachten in een mijnwerkerspension in Chiu-Chiu (oostelijk van Calama) en een tocht door naar het schijnt de droogste woestijn op aarde zo graag een dagje had willen verwennen met een luxer hotel. Okay, ik kon er een ligbad nemen en de kamer was lekker ruim en had een bijzonder uitzicht over stad, haven en oceaan. Want 8-hoog. Het leukste voordeel was echter een oud theatertje pal naast het hotel. Daar zag ik gisteravond de voorstelling MAFIA over de opkomst van, jawel, Hitler in de dertiger jaren.

Een bewerking van ".... Arturo Ui" van Bertold Brecht. Fantastisch spel, licht en muziek met zeer professionele acteurs van de plaatselijke universiteit en gastspeler uit Cuba. Hoewel naar schatting tweederde van de dialoog mij ontging, verveelde ik mij geen minuut!
Na elf dagen woestijn snakte ik naar wat cultuur, had net die middag m´n Chileense vriend Edmundo mijn gemis per e-mail kenbaar gemaakt en... mijn bede direct verhoord!

Was nogal hyper gisteren door de overgang van Niks naar Alles, van twee dorpswinkeltje met niet veel meer dan boter, kaas en toiletpapier naar een enorme mall zo groot als Hoog Catharijne in het centrum van Antofagasta pal aan de Stille Oceaan. Met behalve tig mode- en elektrazaken een autodealer-met-showroom en... een Echte Boekwinkel en een Echte Bibliotheek! Wilde al een dvd en een boek kopen, maar wist mij te bedwingen. Morgen, zondag, zou de hele tent ook geopend zijn.

Tja, maar nu zit ik dus in Caldera, zeg 700 kilometer zuidelijker, ook aan de kust. Vissers- en mijn- en badplaatsje inéén. Na manmoedig het depri-hotel te hebben uitgecheckt zat ik al om half negen in de grote Terminal (what´s in a name) de Autobuses op de bus te wachten. Zeven en een half uur later werd ik bij Caldera afgezet. Was een uur eerder op mijn schreden teruggekeerd bij een eerder badplaatsje. Ging gelukkig op mijn gevoel af, paste 2000 pesos extra bij en bleef nog even in de bus zitten naast die aardige descargador (havenkraanmachinist) uit Huasco van wie twee broers net als Edmundo vanwege Pinochet naar Europa hadden moeten vluchten.

Slaap vannacht in verveloze cabaña in wat de reisgids als een charme hotel beschreef, alles van hout en veel bloemen en sommige kamers uitzicht op zee. Ruim is de kamer wel, maar de ijskast zoemt hard (stekker eruit getrokken), de douchekop zit ter hoogte van mijn adamsappel en ik kijk uit op bouwmateriaal en de glimmende zwarte 4W-bak van de twee wat barse eigenaressen. Ik laat mij niet, zoals in mijn vorige blog, verleiden tot een gok wat betreft hun seksuele voorkeur. Kenne zusters weze.

Een hele troost én geluk is Bill uit Schotland. Ook net hier beland. Erg sympathieke en wat eigenaardige slissende Engelsman die nu in Edinburgh woont. Heeft vrienden in Haarlem en Montevideo. Klikte meteen en daar was ik, net als wat cultuur, echt aan toe! Morgen gaan we proberen* een fiets te huren en naar een strandje te fietsen. Lijkt* simpel, maar de helft van alle horeca en faciliteiten is dicht. Einde seizoen. Melancholie. De vissers brengen morgen vast meer leven in de brouwerij, want de -zondagmiddagblues is onmiskenbaar. Veel rondhangende tieners. Over `hangen` gesproken, ik ga hangen.
Maar niet na de CliffHanger genoemd te hebben: honderden meters galopperen in de woestijn. Tjee, wat ben ik trots!!



dinsdag 17 april 2012

DATE IN THE DESERT



San Pedro de Atacama, 18 april

Even een tussendoortje, een vluggerdje, wat you wilt. Omdat ik vanmiddag in een zoutwatermeer ga drijven, tevoren nog wat aan mijn gistermiddag door te koud Chileens-Duitse lager licht verstoorde maag wat vegetarisch ga toevoegen, wat/dat ik gisteravond als handige doggybag mee naar huis nam in gezelschap (het eten, niet haar) van een aantrekkelijke, jonge professionele actrice uit Santiago die een poging tot ´werken` en excursies nogal mislukt zag en daardoor uiteindelijk doodmoe vertrok. Kwam zondagnamiddag op excursie naar de beroemde Valle de la Luna in grappig contact met haar. Anders gezegd, omdat ik van gekkigheid niet wist welke van de sublieme, bizarre, dramatische bergwoestijnlandschappen te fotograferen, vond ik in haar een welkome focus en best sexy contrast met al die kale, "dode", gortdroge rotsen en gigaduinen. Zij bleek zowel spontaan als semi-professioneel te poseren, dus wat wil een man alleen op reis nog meer.

Daags later bleek zij te moe voor een gezamelijk fietstochtje, maar wel in voor een goed gesprek en een paseo onder de sterren door de dorpsstraat. En eerder ´s middags een vijf minuten durende danslesje nous deux en public op de plaza.. Mwoah, verder mij veel te ambitieus type, maar ja dat heb je nog en wellicht terecht met je 28 lentes (oh nee, het is hier herfst, maar die is echt onzichtbaar in de desert!). Overdag 35 graad in de zon, 20 in de schaduw, schat ik.

P.S. Voordat you fantasie op hol slaat, ik heb zo´n vermoeden dat zij lesbisch is. In elk geval "wist" zij mijn romantische gevoelens 95% te neutraliseren, ha ha.

Okay, nu wat kiekjes voor de meer viesjoeweel ingestelden.





donderdag 12 april 2012

La Serena


Donderdag 12 april. Voor de duidelijkheid, bovenstaand plaatje is nog van eerder, maar vind het wel een leuk inkoppertje. Nu in La Serena, opnieuw de sfeer van een – het wordt in die zin wat eentonig – verlaten badplaats. Kilometerslange stranden tot de armere zusterstad en vissersplaats Coquimbo, verderop aan de baai. Daar kun je in een stenen kruis zo hoog als de Westertoren klimmen, òòk een uiting van katholicisme. Ik aanschouw het gevaarte slechts uit de verte, omdat ik ook enigzins ge-“strand” ben. Dacht hier 1 à 2 dagen te zijn, worden er vier.
Er zijn slechtere pas-op-de-plaatsen dan La Serena. Afgezien van dat ik nauwelijks een westerse tourist zie en behalve mijn vriendelijke hotelier Antonio nog niemand heb ontmoet, is er veel rust. In hostal Jofré en in de “stad”, op een paar centrumstraten na. Antonio is licht bejaard en heeft Japans bloed, wat zich misschien toont in de bijna boedhistische kalmte in het hotel met patio.
Ja, ´geluid´ is zoals you weet een stokpaardje van mij. “Lekker stil hier” zei ik hem bij aankomst, waarop Antonio ietwat mismoedig “Te stil…”antwoordde. Tja, de zomer is voorbij en pas in juli komen er weer meer, met name Franse, toeristen naar zijn zeggen.

Het leven is keuzes maken, tenzij ze voor je worden genomen of het lot anders beslist. Soms valt het zwaar, het veelvuldige informatie vergaren over wat te doen, wat te bezoeken, waar te eten, waar de juiste winkel voor plakband, haarborstel, geheugenkaart of… vliegreis te vinden. Gisteren was zo´n dag dat ik mij wat gek liet maken, aangezwengeld door de klantonvriendelijke werkwijze van monopolist LAN Chile, de vliegmaatschappij. Schijnt eigendom van de huidige president geweest te zijn, maar moest ie verkopen toen ie in functie als first man kwam…
Zoals vaker in voorkomende gevallen lijk ik meer last te krijgen van de twijfel of ik niet teveel aan het drammen ben om mijn zin te krijgen – online een vliegticket voor de volgende dag te kopen, ergo: de zékerheid dat ik de volgende dag kan vertrekken, dan van het hele gedoe van inloggen, surfen, creditcardgegevens, bellen met callcenter omdat het “natuurlijk” niet lukt om blijvend onduidelijke reden… Anietfijn, ik zal you and myself de rest van het verhaal-van-frustraties besparen, eind van deze bijna-zwanezang is dat ik zatermiddag niet naar de noordelijke industriestad Antofagasto vlieg, maar naar het illustere Calama. Frontier town op de hoogvlakte en onvermijdelijke tussenstop voor reizigers naar een van de hoogtepunten van Chili, San Pedro de Atacama.
Veelbelovend, maar vandaag voel ik mij nogal beroerd. Fysiek dan met name, want intussen heb ik wel spijkers met koppen geslagen: een laaggeprijsde vlucht van twee weken naar de droogste woestijn op aarde én – zojuist geboekt via Antonio – een dagtour morgen naar het Humboldt Natuurreservaat, waar de gelijknamige piinguiin voorkomt, maar ook zeehonden- en vogels! Wellicht zelfs dol… Drie eilandjes voor de kust op zo´n 120 km. ten noorden van La Serena. Hopelijk is de zee niet al te ruig en komt er geen tsunami aan. Hoewel je misschien beter OP zee dan AAN land kan zitten…

Sinds ik dit in al haar eenvoud zo sinistere informatiebord in de stad heb zien hangen, pieker ik daar een beetje over. In bed in mijn, in dit geval stenen, hotel van twee etages of op het strand waar een fraaie woeste branding de grens tussen mijn handdoekje en de Stille Oceaan markeert. Zal ik als de sirenes loeien snel een taxi aanhouden, een lift vragen of – in een van lelijke betonkoloshotels aan de boulevard – in de lift springen? Niet knorren, knordier! Je hebt godjuutje in april lekker een zeebadje en een zonnetje gepakt op slechts een half uur lopen van je hotel!
Waar ik wel even over wil knorren is het m.i. soms wat kille dilemma tussen geld en gezelschap. La Serena is niet een oord waar ik veel contact of aansluiting met andere travellers of “oudere jongeren” zoals ik heb of verwacht. Dus betaal ik morgen, niet geplaagd (dus wat knor ik dan?) door een al te strak budget 34.000 pesos voor een GROEPsexcursie. Ha ha, voor € 57,= een dagje naar de hoe… haaie… (zee)honden! Humboldts! Homo sapiens!

Oh ja, om geen goodwill onder mijn vele mannelijke lezers te verspelen: los of vast van dat La Serena een universiteitsstadje is... zèlden als toch verwende Amsterdammers zóveel mooie vrouwen gezien als hier in Les Serènes. Ze liggen alleen niet op het strand, ze liggen in het gras met hun vriend(innetj)es voor de ingang van hun faculteit. Gelukkig staat de Blvd. Francisco Aguirre vol met beelden als deze...

Vrouwen, ook aan you wordt gedacht! Dit was afgelopen zaterdag, Knordier en gids Alejandro na bezoek aan o.a. wat lezer S. te K. zo treffend omschreef als "het chocoladebad" :


Reizen is ook leren omgaan met tegenslagen. Maakten de dames van de VVV mij eergisteren wijs dat het interessante Museo Archeológico nèt voor een verbouwing is dichtgegaan, loop ik toevallig langs en blijkt het nog nèt open te zijn: laatste dag!

Behalve een tweemanshoge Paaseiland-reus die in de jaren ´50 tijdens een Europese tournee tot tweemaal toe deerlijk werd toe- i.p.v. netjes overeind getakeld, bevat een andere vitrine een daarmee qua omvang in idioot contrast staande cabezas reducidas van 10 cm groot.
Tja, de ene Indianenstam is de andere niet. Ugh ugh!

maandag 9 april 2012

PISCO DE ELQUI, DORP IN DE ELQUI-VALLEI

Oorverdovende stilte na de Paas-storm (2e. Paasdag bestaat hier niet) in dit dorp van 1000 inwoners. Feit dat de spectaculaire vallei opeens een van haar slechts 60 dagen bewolking per jaar heeft, versterkt de indruk van een alledaagse maandagochtend.
De leukste medegasten van Hostal Gabriela Matus zijn één voor één vertrokken en ik blijf achter met een Aziatisch stel uit Londen. Het leek hier de afgelopen dagen net het logement uit Ja Zuster Nee Zuster, met Gabriela (52, gescheiden, drie zonen met goede banen elders in het land) natuurlijk als Zuster Klivia!



De grenzen tussen het "management" en de hotelgasten vervaagden met de dag... Gabriela die gisteravond voor iedereen pizza bakte en een roerend dankwoordje uitsprak met mij als tolk voor de rest: genoemd stel en een Australisch-Japans echtpaar van mijn leeftijd, resp. Andrea en Aki geheten. Mijzelve die donderdag na aankomst mijn eigen houten bed in elkaar hielp schroeven, omdat "mannetje" Claudio de weduwe in de steek liet. Aki, een clowneske Japanner van 60, die vrijwillig tuinierde op haar erf. De heerlijke trossen witte en rode druiven die iedereen vrijelijk mocht plukken... En zo méér....


Trouwens, ´t is dat you het weet, maar het - enige - internetcafé van Pisco deelt vandaag ook in de lichte day after kater: CERRADA. Ik zit nu in de gemeentelijke bibliotheek van Montegrande, een gehucht 3 km. verderop. Werd erheen liftend door de bus opgepikt, bijna op dezelfde plek langs de weg waar ik vanochtend een paar uur geleden in een soortgelijke bus kon stappen. Toen begon de bieb echter nét aan haar middagsluiting, maar bracht een aardige employee mij al ras terug naar Pisco met zijn auto.

Ik kwam woensdagavond jl. in Pisco aan (voor de niet-kaartlezers: ongeveer 150 km. ten oosten van de kuststad La Serena, een end boven Santiago dus...) en had het qua onderdak én overige kommensalen niet beter kunnen treffen. Zelfs nieuwe vrienden, zoals de in Madrid wonende Albanees Elton (ca. 34 jaar) die voor zijn werk een maand naar Santiago werd gestuurd en zoals veel hoofdstedelingen het langere Paasweekend aangreep voor een reisje. Met hem bezocht ik een leuke kunstmarkt in de vallei, waar we ook een duik in een lekker woest en koud riviertje namen. Als enigen, want Chilenen kunnen nauwelijks zwemmen en lijken er niet van te houden. We hadden niettemin veel bekijks, het leek opeens of de halve kunstmarkt leegstroomde om ook een ommetje langs het riviertje te maken! Elton kocht een fraaie wierookstokjeshouder en ik een soort Weleda lotion voor de droge huid. Want het is in deze streek gort- en gortdroog.



Inmiddels heb ik twee excursiones gedaan, waarvan de laatste een hele dag besloeg - ik kan haar vooralsnog alleen foto´s weergeven en "vatten", heel indrukwekkend. Een zwaktebod natuurlijk voor een schrijvertje, maar de plaatjes schreeuwen om geZIEN te worden. BINNENKORT VERTONING OP DIT BLOG!
De andere toer ging naar Mammaluca (Quechua voor ´de beschermende moeder´), een sterrenobservatorium voor de gewone man, zeg maar. In het busje erheen zat ondermeer een oudere Colombiaan wiens postuur, Ego en timbre erg op die van de acteur Ko van Dijk leken (ken you hem nog?). Mijn grapje over een vallende ster toen plotseling, door een niet goed afgesloten portier, de "plafonniére" in het busje aanfloepte, ontging hem volkomen.


Al met al kregen we in het observatorium van een erg enthousisate gids een melkweg aan feiten en feitjes over het heelal te horen. Om het leuk én aandachtig te houden, was geregeld vragen stellen dus geboden. Een der antwoorden: "Nee, astronomen beamen niet de "stelling" van de Maya´s dat in december 2012 een unieke, slechts eenmaal in 26.000 jaar voorkomende, constellatie der aarde, sterren en Melkweg plaatsvindt... de kalender is nu anders..."

Tja, en dan nu nog de bij mijn trouwe (you dus, anders zou you dit denkelijk niet onder ogen krijgen) inmiddels bekende cliffhanger(s). Uitleg later, vooralsnog zoals gezegd wel met pen, nog niet met blog, tablet of aaipoot te beschrijven...!