zaterdag 4 mei 2013

Afl. 7. (laatste in de serie La Balade): Onze Lieve Heer heeft rare kostgangers

De countryzanger
Voor een Randstede- en Noorderling een unieke gewaarwording: winterkoude en lentegloed die elkaar geen strobreed voorrang gunnen. Voor een winterschilder én zonaanbidder een wat onrustige dag: bij het takken snoeien moet ik hemd na trui afpellen, terwijl bij het planken beitsen de extra overall weer te warm is. Na de afgesproken werkuren met korte broek en T-shirt lekker met een boek in de zon het woord chillen letterlijk nemen!
De stilte wordt vanochtend alleen in- of aangevuld met kwinkelerende vogeltjes. Gisteren is de aandoenlijke puppy die hier enkele dagen ‘op zicht’ was gestald opgehaald. R.’s vriendin had zich bijna laten verleiden het rondhuppelende Teigetje mee naar Nederland te nemen.Vanmorgen is zij echter alleen naar Holland teruggekeerd.
Haar vertrek is misschien de reden waarom de normaal onverstoorbare R. wat van slag is: hij schroeft meer dan eens een plank voor de veranda van Pipowagen Nr. 2 verkeerd om vast.
De timmerman
En nu een lange zin. Zelf sta ik meditatief veertig latten – afkomstig van een strandtent in Wijk aan Zee én een intensief gebruikt bed van mijn tijdelijk broodheer – te beitsen onder het genot van Hank Williams III’s Straight To Hell, lekker smerig gezongen ‘country-billy’, als in mijn ooghoek opeens een eigenaardig voertuig de smalle oprijlaan naar het grasveld opschuift met als meest opvallende element de grote ramen aan verder groene zijkanten.
Is het een streekbus? Een camper? Een SRV-wagen? Achter het glimmende, hoepelgrote stuur blijkt een oude bekende van R. te zitten. Als het gevaarte tot stilstand is gekomen, kan ik de eerste verwonderde blikken op interieur en bestuurder werpen. Aan het niet opgemaakte bed achterin de bus en rondslingerende kledingstukken, landkaarten en wat niet al te zien, is hier sprake van een woning. Zeg maar een vrijgezellen-woning. Tegelijk is hier sprake - zo leert de eigenaar mij - van een bedrijfsbus uit 1972…
De busbewoner
De realiteit kan je, uiteraard, niet bedenken. Toevallig arriveert namelijk pal achter de bus een tweede voertuig op La Balade. Als R. over een politieauto grapt en ik een drietal forse lichten op het dak van de terreinwagen zie, denk ik een seconde dat de stokoude ‘woonbus’ voor een controle is achtergevolgd. Maar het is “gewoon” Ian van het dorpscafé met naast zich in de auto een Engelsman wiens morbide obesitas-postuur de klankkast vormt voor het stemgeluid van een brulboei. De man lijkt rechtstreeks afkomstig uit een beruchte achterstandswijk in Birmingham en heeft interesse in wasmachines. Die heeft R. De man bezit een graafmachine. Die wil R. …
Roodbruine koeien, groene sprieten en gele paarden(bloemen)
Mijn maag rammelt, goed moment om mij aan dit groepje ‘vrije jongens’ te onttrekken en één van de door R. uit Nederland meegebrachte tarwebroden uit de vriezer te halen. Bij het avondeten rollen R.’s net gearriveerde vriend de anekdotes over de tong. Heeft op een vijftig meter lange coaster bij IJmuiden gewoond. Stond afgelopen winter met zijn woonbus in de achtertuin van een alcoholist. Ging precies een jaar geleden de uitdaging aan beheerder te worden van een door de Nederlandse eigenaar haastig verlaten en – naar direct zou blijken - wekenlang ingesneeuwd rakend huis-met-vee-en-camping op 1000 meter hoogte in de Pyreneeën (“hier liggen lange plastic handschoenen om het lammetje uit moederschaap te trekken”, “sorry, leidingen bevroren en telefoon uitgevallen”, “ik moet nú weg [op wintersportvakantie…]”). Voorheen en later bleek de camping zowel het decor van een NCRV-uitzending met de aan drugs en minderjarigen verslaafde ‘pseudopeut’ Keith Bakker als een aflevering van het tv-programma Ik Vertrek!….

Me dunkt, een mooie bijna-slotzin van dit Franse avontuur. R., Bo en ik zouden enkele dagen later in harmonie en hitte over binnenwegen in veertien uur naar Amsterdam terugrijden. Ondanks teveel Vlaamse files en een vlak naast R. – Bo een plaspauze gunnend - “ontploffende” vrachtwagen (zie mijn tamelijk spectaculaire ‘nieuwsfoto’: vastgelopen remmen veroorzaakten zoveel hitte dat brand in de oplegger ontstond, waardoor twee banden met luide knallen sprongen). Arme Bo sprong tweemaal een meter in de lucht…. Maar een ieder mens en (Knor)dier kwam goed terecht!

Op de achtergrond het Santiago de C.-pelgrimspad

Afl. 6: Heimwee en the comfort of strangers (dogs)

Komt het door de stilte, de schone lucht? Knordier herinnert zich z’n dromen hier veel beter als thuis. Vannacht stond hij na afscheid te hebben genomen van zijn hardloopgroepje gepakt en gezakt klaar voor een grote reis met het vliegtuig. Door onbekende kink in de kabel moest Knordier opeens vlák voor vertrek lang wachten. Heel lang. Zólang dat hij maar besloten te ontwaken…
Waarna Knordier niet meer kon inslapen, uren voor zonsopgang. Gevolg: gepieker en pogingen niet meer te piekeren, vooral over zijn relatie tot of met R. Voelt Knordier zich in ieder geval zelden prettig bij een ‘baas/knecht’-verhouding, hier is het ook nog eens één-op-één. Bovendien is én voelt Knordier zich te afhankelijk van R., omdat hij in zijn “huis” is en in zijn “bedrijf” – La Balade – werkt. Nagenoeg elk gesprek staat in het teken van al uitgevoerde, onderhavige dan wel toekomstige klussen op het fraaie kampeerlandgoed.

(R.’s goed recht, hij is hier immers om keihard te werken aan zijn droom - als multi-taskende ZZP’er heeft hij een onzeker inkomen uit werk als deejay op bruiloften en partijen en voor een uitkering hoeft hij niet aan te kloppen: eerst eigen auto en (Franse) huis opeten…)
Maar Knordier wordt hier(door) erg op zichzelf teruggeworpen met vandaag ouderwets heimwee als gevolg. Knor-de-Wereldreiziger die vorig jaar nog twee maanden in z’n eentje Chili doorkruiste…
Bij het ontbijt probeert Knordier R. en z’n vriendin deelgenoot te maken van z’n blues, maar hun hoofd staat op dat moment naar een te ondernemen uitstapje. Dan maar douche, ontbijt, koffie en uur met de hond door velden en over wegen lopen. Bij terugkeer is het terrein verlaten en komen de tranen: zit Knor hier ‘in z’n uppie met een puppie’ (én, het moet gezegd, de inmiddels vertrouwde en lieve hond Bo). De puppy van drie maanden is trouwens een Beaucheron, een echte chien de garde en dat lot van kettinghond lijkt onontkoombaar…

Tranen gedroogd, schop onder de kont en met het motto ‘Niet zwelgen, maar verdelgen – niet rouwen, maar bouwen” vervolgt Knordier zijn klus aan de “Hadrian’s Wall”. Bramenstruiken aan gort slaan en knippen en afvoeren. Zware stenen stapelen.

Afl. 5 in de reeks 'Op en rond ‘La Balade’ : Bijzondere boom, droom en ‘granuloom’


Man in boom
Gisteren maakten we ‘De wandeling naar de Holle Boom’, waarbij ik tevens als notulist optrad t.b.v. een flyer voor campinggasten. We liepen naar een bos tussen Arrènes en Les Rorgues waar een indrukwekkende, eeuwenoude eik staat. Vergeleken met Nederland kent Frankrijk weinig oude bomen, zestig jaar is er al bijzonder. Deze is naar men zegt vierhonderd jaar, maar vreemd genoeg wordt hij slechts door een schamel bordje aangegeven. De eik is niet zo hoog, maar erg breed. Doordat een enorme zijtak ooit is afgebroken gaapt een mansgroot gat in de stam waar je eenvoudig in klimt. Als in een sprookje komt men in een soort grot waarin drie volwassenen goed zouden kunnen slapen…

’s Middags is het opeens drukkend warm. Ik zet de onderkant van een veranda in de groene verf, onderbroken door een uurtje zwoegen en vloeken bij het terugplaatsen van de ‘maai-bak’ van een kleine tractor/grasmachine, waarvoor R. een nieuwe rubberen snaar had gekocht.
’s Avonds zijn we bekaf. Ik beleef een vreemde nacht, omdat ik al rond negen uur gekleed en met de elektrische kachel aan op mijn bed in slaap val. Ontwaak twee uur later, ontkleed me en stap nu in bed, maar zet per ongeluk kachel op ‘hoog’ in plaats van uit. Ontwaak midden in de nacht uur, versuft. Daarna volgt gelukkig een beloning, een Bijzondere Droom:
‘Natuurgroep Ankeveense Plassen’ verwelkomt een nieuwe vrijwilliger, een vrouw nog wel: koningin Beatrix. Zij is in burger. Als ik haar begroet, steek ze minzaam een hand náár en een hoofd boven mij uit. Ze praat, maar komt naturel over, beetje deftig. Opeens vaart onze sloep zónder mij weg. Geagiteerd maak ik een reuzensprong, merk dat ik het net niet ga halen en besluit in de lucht zwevend – als in een tekenfilm terug te keren naar de walkant. De boot keert en pikt mij en een andere vergeten medewerker alsnog op. Meest bijzonder detail: Beatrix gaat bijna geheel verscholen in een soort menshoge harnas of kap, dat of die een dubbel doel lijkt te dienen: incognito blijven én beschermd tegen de elementen.


R. trakteert op een uitje naar het nabije dorpje Ransonnet, waar de eerdergenoemde Engelsen E. en zijn vrouw S. wonen. Ik krijg de indruk dat we de pensionados nogal overvallen - behalve R.’s vriendin gaan ook hond Bo en de puppy-op-zicht mee, maar E. maakt zich bij binnenkomst vooral druk waar zijn fles gin staat. Hij heeft de ziekte van Crohn in een vergevorderd stadium en ik vermoed dat de man liever nog een jaar of vijf plezierig mét-drank leeft dan de komende twintig jaar op een streng ‘Crohn-dieet’. Hij is op en top Britse ironie, zij maakt echt contact. Mijn eerste bier krijg ik zittend in de donkere huiskamer waar een schemerlamp brandt en een zoele wind door het geopende raam waait. Daarna drinken we buiten op het terras in de felle zon verder.
Ik voel mij direct op m’n gemak in het smaakvol ingerichte oude huis, waar ze sinds 2000 wonen. Ouderdom en E.’s ziekte zijn reden voor het echtpaar om het Franse staatsburgerschap trachten te verwerven: de medische zorg in Frankrijk staat als uitmuntend bekend en geldt óók voor bewoners die uit een ander EG-land komen. Dan moet Engeland echter niet uit de EG stappen, zoals een referendum binnenkort moet uitwijzen…
Dat wordt voor de wat verlegen S. nog een klus: behalve een pittige taaltest zijn talrijke certificaten vereist. Haar eigen geboortecertificaat zal geen probleem geven – zij werd zes dagen voor de bevrijding in 1945, op de dag dat Hitler zelfmoord pleegde, geboren), wel dat van haar rond 1850 ergens in Ierland geboren grootmoeder.

De volgende ochtend ben ik ook nog uren na ontwaken duf en ‘raar’.’s Middags kom ik echter terug op m’n besluit vrij te nemen, c.q. mij ziek te melden, want er wacht een aardige klus die voor de verandering in groepsverband wordt verricht. Met hulp van de Schot Ian verplaatsen we een onder gemene bramen en bladertroep half schuilgaande rij natuurstenen om er dichterbij de perceelgrens een mooie miniatuur Hadrian’s Wall mee op te richten. Qua gewicht variëren de stenen van één tot wel zeventig kilo, de meeste zo’n vijf à tien kilo. R.’s poging om met de in tropische landen gebruikelijke slash and burn-methode de bramen te verdelgen haalt weinig uit, maar ach: fikkie stoken is altijd leuk.