zaterdag 31 maart 2012

Zaterdag 31 maart, terug in Olmue uit het verre Ancud op het eiland Chiloë

Een blog hebben is één, schrijven is twee. Een beetje rust vinden als je op reis bent drie. Het heeft onze lieve Maagd Maria behaagd mij al ruim drie weken in Chili te laten zijn en daar mag soms iets tegenover staan. Zomaar oeverloos genieten is weinig calvinisten gegeven, maar denk nu niet dat ik daarom schrijf. Schrijven is een gewoon een manier om dichter bij jezelf te zijn, dingen te verwerken en op een rijtje of juist op zijn kop te zetten.

De wereld op zijn kop, hier heerst een herfst die vooral zomer is en in Nederland… tja: lente.
We eten elke middag naast het zwembad op het terras in de schaduw van een grote pergola vol trossen smakelijke rode druiven. De eerste blaadjes vallen op het witte tafellaken. Vandaag heeft Choni gekookt, artisjokken en aardappel gepaneerd en gebakken met een salade van vuurrode tomaten en donkergroene sla. Vanochtend kwam nog de groenteboer met zijn vrachtautootje over de stoffige Calle 21 de Mayo aanhobbelen. Een op de cabine gemonteerde megafoon liet als jabbertalk klinkende, want volkomen onverstaanbare keelgeluiden de buurt in rollen.
We dronken er een Casillero de Diablo uit 2010 bij, de beste wijn van Chili, die ik bij een slijter aan de plaza kocht. Ik was eerst de supermarkt tegenover binnengelopen, maar daar stonden lange rijen bij de kassa’s.


Het is zaterdag 31 maart, daags voor Pasen. Op reis vergeet je soms de tijd, de dagen, de wereld… Tot ik afgelopen donderdag een kaartje wilde kopen voor een van de twee nachtbussen rechtstreeks van Ancud op het zuidelijke eiland Chiloë naar de hoofdstad Santiago, een rit van ca. 1300 kilometer. Uitverkocht vanwege het komende lange weekend.
Gelukkig kon ik wel met Cruz del Sur naar Puerto Montt en dan alsnog met de nachtbus van ETM. De eigenaar Marcelo van mijn hotelletje had mij gewezen op deze excellente busmaatschappij. En zo kwam ik die avond terecht bovenin een enorme dubbeldekker touringcar met rugleuningen die héél ver achteruit kunnen, toilet, televisie en na een desondanks wat mij betreft slopende rit een ontbijt bestaande uit biscuitjes met voorgezoete koffie. Maar zover zijn we nog niet. Eerst een zonsondergang van een ook hier in Ancud nog ver lijkende Stille Oceaan.



Ik kwam nog meer aan de weet van de erg vriendelijke Marcelo. Zo onthulde hij mij half Chilote, dus eilandbewoner, te zijn, kwart Arabisch en kwart Duits. Wat mij brengt op de eigenaardige gewoonte in Europa om je afkomst naar sangre (bloed) te bepalen, terwijl het in landen als Chili naar tierra, geboortegrond, gaat. Dat hele Hollandse gedoe met immigratiebeleid en inburgering is in Chili totaal onbekend: iedereen die een paar jaren, drie of vijf, op Chileense grond heeft gewoond, is “vanzelf” Chileen geworden. Incidenteel worden wel eens groepen Bolivianen naar hun land (tierra) teruggestuurd, maar dat is vooral omdat ze met veel te lage lonen worden uitgebuit door Chileense werkgevers.

Afijn, Marcelo heeft dus een hotel in Ancud met de naam Le Petit, naar zijn eigen nuchtere zeggen vanwege de kleine kamers. Dat klopt: met zijn hoogte van 1.90 meter waande ik mij in een camarote, scheepskajuit, en dat past in dit kuststadje met veel visserij waar het eerste buitenlandse schip dat er in 1643 zijn zeilen streek onder de Hollandse kapitein Hendrick Brouwer voer.


Vier eeuwen later blijkt er nog steeds een connectie met Nederland te bestaan. Toeristen boeken in Le Petit via het in Amsterdam gevestigde www.booking.com...

Toeristische tips heeft Marcelo genoeg. Het strand van Caulin bijvoorbeeld. Daags erna neem ik, erg brak van teveel alcohol en misschien de ‘heftige’ culinaire eilandschotel ´curanto´
(alvorens verder te scrollen ben you gewaarschuwd: curanto bestaat uit een bizar mengsel van enerzijds smakelijke enorme mosselen en kokkels met een kop visbouillon en op drie manieren bereidde aardappel, met anderzijds een vervaarlijke chorizoworst, klapstuk en nog een andere vleeshomp! Kwestie van kritisch zappen en genieten dus!)

na veel uitzoekerij de dorpsbus. “Veel” omdat in het kleine Ancud vier verschillende busstations zijn. De regional is op een steenworp van het hotel en ik tref er naast roerloos wachtende “Indiaanse” bejaarden een ongedwongen heen en weer geslenter van Gepäckträger, ambulante verkopers van 3D Maria-posters, een geestelijk wat beperkte verkoper van het plaatselijke sufferdje en een prachtig muzikantenduo met Spaanse gitaar. Vlak voor vertrek heffen ze een klinkend lied aan in het gangpad van mijn stoffige bus dat ik als liefhebber van live muziek met een briefje van 1000 peso (€ 1,75) wil belonen. Ik heb alleen een briefje van 5000, wat de stoere versie van Saskia & Serge eerst elders kleiner moet laten maken.

Ik beland op een verlaten kustweg aan een verlaten "strand". Er lijkt bijzonder weinig te beleven, maar dat pakt anders uit. Meer in de volgende aflevering en hoewel er geen cliff te zien was, toch deze hanger.

P.S. De hotelier had ook een afrader: het eilandje Islote de Puñihuil met zijn beroemd kolonie Humboldt-pinguïns. Er zit er nog maar eentje, de rest is al met de (koude Humboldt!) stroming vertrokken en tweeduizend kilometer noordelijker bij La Serena afgemeerd, een kuststad in het noorden (nou ja, het echte noorden is nóg 1000 kilometer verder) waarover ik in de Trottergids had gelezen als zijnde mooi, ook of met name de Valle del Elqui in de buurt ervan. Hier ligt het dorpje Pisco, waar de beste variant van de op druiven gebaseerde nationale borrel pisco wordt gedistilleerd.
Wellicht zie ik in La Serena alsnog zo´n pinguin uit Ancud. "Ach, de lokroep der Sirenen", verzuchtte Odysseus.

P.S. Geen idee waarom onderstaande filmpje kantelt - misschien was er een aardschokje en ben ik de tel kwijtgeraakt.


woensdag 28 maart 2012

KIEKJES NR. 4: GEEN COMMENTAAR NODIG

(let wel, (c)opyright all photos by Erik Orendi himself!




maandag 26 maart 2012

CASTRO....

.... is zó schilderachtig dat je niet weer waar te kijken als je de soms bergsteile straten op- en afstapt in dit stadje waar de kleuren van Van Gogh van de houten huisjes van, zeg, Marken afdruipen. Palafitos heten die dingen en jawel, ook ik heb een kamer van, eh, hout. Zó bijzonder dat ik er maar een heel bloggi over tik. De foto´s spreken daarbij zoveel boekdelen, dat ik...?
Afijn, wij verblijven nu aan de oostkust van het letterlijk legendarische eiland Chiloè, bekend van o.a. de mooie reisverhalen van Bruce Chatwin. Het is de vraag of ik in contact kom met de mythen en legenden van deze uithoek, vooralsnog heb ik alleen gesproken met de Franse eigenaresse Paula (2e. van links op de foto - de andere niet onaantrekkelijke en zeker niet onaardige dames vertrokken vanochtend al dan niet helaas weer. Na de serie Mannen (zie vorige week) vond ik het tijd voor wat vrouwvolk, om ook mannelijke lezers te verleiden mijn blog te lezen. Mannen lezen namelijk niet zoveel, kijken liever voetbal of sleutelen aan hun auto of schuurtje.

Ik druk mij zo genuanceerd uit, omdat de rol van not-poor-lonesome-cowboy mij nu wel bevalt en ik aandacht van zoveel al dan niet leuke vrouwen tegelijk niet aankan. Een mens of man raakt hier visueel snel wat overvoerd door al dat moois. Ik bedoel niet alleen vrouwen, maar ook de vele andere overdonderende fraaie (ver)gezichten!

Enfin, ik stommelde hier gister erg moe binnen na een twee busreizen van bijmekaar tien uur. Liep hongerig het stille, donkere stadje af, maar alles dicht op zondagavond. Behalve het resto van een hotel waar ik tussen hele nette mensen goddorie lekkere vis at, cungria , met een 1-persoons flesje witte wijn. Terug in het paalslapershotel hadden de vier dames en een man net een visschotel bereid en vroegen mij of ik ook wilde. Te laat! Ik viel echt om en krijg het dan extra snel benauwd als ik opeens in een onduidelijk gezelschap terechtkom - het was volkomen onduidelijk wie wel of geen personeel was. Daarom sprak alleen nog even een stoere leuke zakenman uit Santiago op het terrasje aan het inmiddels weer stijgende water, die in het donker met zijn notebook in de kou, borrel en sigaret erbij, zijn correspondentie inzake de handel in mosselen e.d. deed. Vooral de handel op Moscu, Roessia stemde hem positief, zo niet de huidige regering van Chili. Met naar ik hoop en meende te zien de nodige ironie onthulde hij "die Pinochet" best een "goeie kerel" te vinden, c.q. hebben gevonden...

Over het hier en straks van dit land te spreken: mij vallen in Chili vooral de sterke vrouwen op. Maar gisteravond was daar ook Sebastian, een jongeman van het eiland die mij aspecten van brujeria verklaarde, met name witte en zwarte magie. Wat de laatste betreft, zijn er volgens hem twee mogelijkheden: of je betaalt iemand voor de kennis om een ander iets aan te doen óf je leert het van je ouders.

Onderstaande foto´s nam ik vandaag en gisteravond van het hotel. Binnen lijkt het alsof je een futuristisch back to the future houten (ruimte?)schip zit, alles heel licht van kleur en klank. Er is bijna niemand op het moment, dus kan ik lekker rustig op de pc in de hal naast mijn kamer schrijven. Cool!





Op de andere drie foto´s zie je achter de begraafplaats de baai met brug met daarachter weer mijn hotel (met de gele rechtergevel). Resp. met hoog -vanochtend- en laag -gisteravond- water.

vrijdag 23 maart 2012

Under the volcano

Nee, zo bedronken in tequilaroes, vervreemding en contacten met ondoorgrondelijke inheemselingen als de protagonist van Malcolm Lowry´s fatalistische roman ben ik niet. Eén overeenkomst wel: thuis voel ik mij niet in Pucón, walhalla voor met name de Argentijnse en Chileense young happy few. En een paar Europese backpackers die óók graag de schitterende bergen voor niet-rokers of juist voor rokers willen beklimmen. Cryptisch uitgedrukt? Ik bedoel dat ik uit mijn hotelkamer met helder weer steevast een rookpluimpje boven de Villarica zie. Chili schijnt 2.000 vulkanen te hebben, waarvan ca. 50 actieve. Dit aantal hoorde ik althans deze week, moet nog ff gecheckt worden.

Ik dwaal af, maar ach, papier of flatscreen is geduldig. Een eerlijk man noemt dingen bij de naam: ik heb eigenlijk vanavond weinig zin in schrijven. Het zal wel een keer wennen en het hééft ook wel wat, berichten de wereld insturen vanuit zo´n licht benauwende cabine met een verveelde studente achter de tap en een teller die à raison de 200 pesos per 20 minuten loopt. Mis! Zij is niet verveeld, zij antwoordt net als echte zowat àlle Chilenen erg beleefd en aardig op mijn vraag tot hoe laat de intertent geopend is. "Ya estoy cerrando" meldt zij. Oeps, ze gaan hier op eentje na allemaal om half elf dicht, meldt zij. Weet ook you meteen hoe laat ik dit schrijf.

Kort dan: hoe mooier en veelbelovender het oord, hoe groter de kans op teleurstellingen. Maar.... vandaag kwam het uiteindelijk helemaal goed. Hoe, dat leest you in de volgende blog. Hoezo cliffhanger? Tip van de sluier dan:

woensdag 21 maart 2012

KIEKJES NR. 3: MANNEN




MEER KIEKJES UIT CH¡L¡






Vandaag begint bij u de lente, in Chili de herfst. Uw reporter stond hieromtrent met verkeerde been uit bed. Vergeefse tocht van drie uur om beroemd thermaal bad te bezoeken. Vandaar een selectie van dreiging en dood: de vulkaan Villarica, een begrafenisondernemer, een kerk. Tussendoor bezocht hij nog even Paaseiland zoals u ziet. Deze houten beelden zijn onlangs ontdekt in een pas opgegraven timmerwerkplaats uit 33.003 v. Chr. en nóg ouder dan de mysterieuze stenen exemplaren. Ze schijnen als mal te hebben gediend. Het moet niet maller worden.

dinsdag 20 maart 2012

DE EERSTE KIEKJES UIT CHILI






Vanaf boven terug in de tijd: gisteravond op visite bij Sergio en zijn gezin in buitenwijk van Temuco ; gistermorgen op de Mapuche markt downtown Temuco met een bord ´Caidillo de Mariscos (mossels en kokkels), geen maagklachten ; Edmundo thuis met fisheye lens (alweer vis, ditmaal niet eetbaar) ; 4 (?) van de zes superlieve ex-straathonden aan de dis bij Ed y Choni in Olmué

maandag 19 maart 2012

CHILI NR. 1

Blog ontslapen, NEE: ontWAAKT ¡! En nog wel in frontier-town Temuco, ergens zuidelijk in Chili. Blijk zomaar vanaf hiero met wachtwoordkes nieuws te kenne schrijfe! Hombre, qué estupéndo! Dit wordt een kort verhaaltje, want ik zowaar straks een afspraak met een autochtoon die ik in de bus hieroheen ontmoette. Meubelverkoper Sergio, kalme gezinsman met pittige echtgenote en zoon en dochter. Zij koos gistermiddag nog net niet al te voortvarend een kamer voor mij uit toen zij mij met hun auto langs een paar hospedajes reden. Vóór mij uit liep ze naar binnen om de prijs te vragen.
Okay, dit ff voor nu, we gaan niet stresseren, want als dan toch wel goedgebekte bekpecker heb je al genoeg te regelen onderweegs met eten, vervoer, bellen, slapen...
Tot LEES, holandeses!